Home » Zwanger en nu » Onderzoeken tijdens zwangerschap

Onderzoeken tijdens zwangerschap

Tijdens de zwangerschap zijn er verschillende onderzoeken die gedaan kunnen worden om de gezondheid van jou en je baby in de gaten te houden. Tijdens de reguliere prenatale controles bij ons op de praktijk meten we je bloeddruk, voelen aan je buik om de groei van de de baby te monitoren en luisteren we naar het hartje van de baby vanaf 12 weken zwangerschap. Je komt in de eerste helft van je zwangerschap meestal iedere 4 weken voor zo’n controle bij de verloskundige. Later in de zwangerschap wordt de tijd tussen de afspraken korter. Afhankelijk van risicofactoren en hoe het met jou en je baby gaat heb je meer of minder controles.

Screening tijdens de zwangerschap

Tijdens de zwangerschap kunnen we deze screeningsonderzoeken doen:

  • bloedonderzoek
  • NIPT-test
  • echo-onderzoek

Het reguliere zwangeren bloedonderzoek wordt altijd gedaan. Voor de andere onderzoeken geldt dat je kunt kiezen of je ze wel of niet wilt laten doen. Lees hieronder alvast een korte beschrijving over de verschillende onderzoeken. Wil je meer weten over het maken van echo’s? Kijk even bij echoscopie.

Bloedonderzoek

Bij alle zwangeren nemen we vroeg in de zwangerschap, in ieder geval vóór 13 weken, bloed af. Hieruit wordt de bloedgroep en rhesusfactor bepaald en er wordt ook op een aantal infectieziekten getest. Daarnaast controleren we het ijzer- en op indicatie het suikergehalte van het bloed. Uitgebreidere informatie is te lezen op de website van het RIVM. Je ontvangt het laboratoriumformulier hiervoor tijdens het intakegesprek van de verloskundige. Bloedafname vindt plaats in één van de locaties van AtalMedial. Maak hiervoor tijdig een afspraak. Op indicatie zullen we later in de zwangerschap meer bloedonderzoek doen.

NIPT screening op down-, edwards- of patausyndroom

Je kunt kiezen voor de NIPT als je tijdens de zwangerschap al wilt weten of je kind het syndroom van Down, het syndroom van Edwards of het Patausyndroom heeft. Mensen met het Downsyndroom hebben een verstandelijke beperking. Iemand wordt daarmee geboren. Bij de een is het ernstiger dan bij de ander. Van tevoren is daar niets over te zeggen. Edwardssyndroom en Patausyndroom komen veel minder voor dan Downsyndroom. Het zijn zeer ernstige aandoeningen. De meeste kinderen overlijden voor of rond de geboorte. De NIPT kan ook andere aandoeningen vinden. Dit heet nevenbevindingen. Je kiest zelf of je deze wilt weten.

Voor het onderzoek wordt er bloed afgenomen en onderzocht door het laboratorium. Bloed prikken kan vanaf 10 weken zwangerschap en de uitslag duurt uiterlijk 10 werkdagen. De NIPT geeft geen 100% zekerheid. Zo zijn er ook aandoeningen die niet met de NIPT opgespoord kunnen worden. Als je een gunstige uitslag krijgt, hoef je geen vervolgonderzoek. Als je een ongunstige uitslag hebt kun je kiezen voor vervolgonderzoek. Daarmee kun je zeker weten of jouw kind Down-, Edwards- of Patausyndroom heeft.

Kijk voor meer informatie en een video over de NIPT op de website voor prenatale screening. Tijdens het intakegesprek gaan we, als jullie dat wensen, hier dieper op in.

Echo-onderzoek

Tijdens de zwangerschap kun je ervoor kiezen om medische echo’s te laten maken om te onderzoeken of jouw kind een lichamelijke afwijking heeft. Dit zijn de 13 weken echo en de 20 weken echo. Je kunt hier meer over lezen door op de links te klikken.

Wil je meer weten over onderzoeken tijdens je zwangerschap?

Als je nog vragen hebt, dan helpen we je graag verder. Ben je zwanger en wil je je eerste afspraak plannen? Neem dan contact met ons op.